Sie befinden Sich nicht im Netzwerk der Universität Paderborn. Der Zugriff auf elektronische Ressourcen ist gegebenenfalls nur via VPN oder Shibboleth (DFN-AAI) möglich. mehr Informationen...
oaNaar een pluricentrische benadering met nog meer ruimte voor variatie en diversiteit
Ist Teil von
Internationale neerlandistiek, 2023-01, Vol.61 (3), p.338
Ort / Verlag
Amsterdam: Amsterdam University Press
Erscheinungsjahr
2023
Quelle
Alma/SFX Local Collection
Beschreibungen/Notizen
Het tijdschrift de lage landen besteedt in het eerste nummer van 2023 aandacht aan de staat van het Nederlands. De bedoeling van die rubriek is na te gaan wat Vlaanderen en Nederland bindt en op welke domeinen samengewerkt wordt. Zo wil de redactie een start maken met een kroniek van de Vlaams-Nederlandse samenwerking, op zoek naar ‘vormen van gemeenschappelijkheid (…) om te delen en verder af te spreken’ (p. 9). In wat volgt bespreek ik het dossier ‘Nederlands is een werkwoord’. Die titel geeft aan dat het debat over onze taal nooit stilstaat en dat zegt ook iets over de levendigheid van de taal zelf. Die standaardvariëteiten komen tot ontwikkeling vanuit de verschillende landen van het taalgebied, die elk hun eigen centrum kennen. In het Vlaamse onderwijs bijvoorbeeld wordt in het schoolvak Nederlands opvallend weinig aandacht besteed aan het land Nederland en zijn samenleving en cultuur. De koppeling tussen land en taal doet denken aan opvattingen die we daarover vinden in de literatuur over interculturele communicatie. A Critical Introduction (pp. 61-62): much work in intercultural communication is predicated upon a conflation of culture, nation and language. En een taal met de naam ‘Zambiaans’ bestaat niet, terwijl in de staat Zambia meer dan veertig verschillende etnische groepen elk hun eigen taal spreken. Geert Buelens ziet evenals Van Oostendorp in het gebruik van de term ‘Nederlands’ een koppeling tussen de natiestaat Nederland en de taal. Als concreet voorbeeld geeft hij een literatuurgeschiedenis waar hij aan werkt: ‘Geen boek met Nederland (of: de Randstad) als vanzelfsprekend centrum en dan aparte paragraafjes over Vlaanderen, Suriname en de Antillen’ (p. 25). En ook het stuk van Lieke Verheijen over informele communicatie in het Nederlands via nieuwe en sociale media valt buiten die focus op pluricentrische variatie. Hij roept moedertaalsprekers ertoe op geduld en empathie te hebben met niet-moedertaalsprekers en te aanvaarden dat hun taal nu eenmaal pluricentrisch is. In Vlaanderen gelden er bijvoorbeeld strenge normen waarbij de zogenaamde ‘regionale articulatiebasis’ niet of bijna niet te horen mag zijn bij VRT-journalisten en presentatoren. Hij geeft een stand van zaken, met een focus op de verschillen tussen Nederland en Vlaanderen.