Details

Autor(en) / Beteiligte

• RESINK, G. J.

Titel

RECHTSHOOGESCHOOL, JONGERENEED, "STUW" EN GESTUWDEN

Ist Teil von

• Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde, 1974-01, Vol.130 (4), p.428-449

Ort / Verlag

Leiden: Martinus Nijhoff

Erscheinungsjahr

1974

Link zum Volltext

Quelle

Free E-Journal (出版社公開部分のみ）

Beschreibungen/Notizen

• Was de verschijning van een dergelijke bundel in het Engels, alhoewel alle tien medewerkers Nederlanders waren, reeds een primeur, het boek krijgt historisch nog meer relif door het feit dat zes van de schrijvers in de loop der tijden hoogleraar aan de Rechtshooge-school zijn geweest en wel behalve Schrieke zelf - "Professor of social anthropology and sociology of the Faculty of Law, Batavia" -, ook nog, in volgorde van de bijdragen, J. van Gelderen - "Professor of economics" -, voorts diens opvolger G. H. van der Kolff; verder G. W. J. Drewes, opvolger van Djajadiningrat; dan B. ter Haar Bzn -"Professor of Indonesian customary law" - en tenslotte R. D. Kollewijn, hoogleraar in "interracial private la^".^ Bekijkt men de .goepsfoto van de eerste onderhouders van de Rechtshoogeschool nu nog eens nader dan is er n econoom onder hen en wel de befaamde J. H. Boeke, voorganger van Van Gelderen en later hoogleraar in Leiden, wiens naam evenals die van Schrieke nog meer bekendheid zou krijgen door de reeks Selected Studies on Indonesia. Vooral Kollewijns artikel moet Indonesische lezers daarvan menselijk diep getroffen hebben door zijn credo op p. 235: "There exists in the colony a law for the native population to which the judge is bound as much as to the law for Europeans, and which he should take equally to heart. [...]he may not, in interracial law show partiality towards either a European or a native point of view". Naast benoeming vr de opening van de Rechtshoogeschool, minimum negen jaar dienst in haar bijna achttienjarig bestaan en ervaring in het "indische" recht waren onze lima guru besar ook aan elkaar verbonden door het feit dat zij recht hadden te doceren dat f voor Indonesirs zelf direct van belang was - adatrecht, (adat-) staatsrecht, strafrecht en (intergentiel en interlocaal) conflictenrecht - of indirect voor hen van betekenis was als het volkenrecht vooral zoals Van Asbeck dat vak beoefende: of het internationaal privaatrecht van Nederlands-Indi.lo Uit eigen studie-ervaring onder alle vijf genoemden' weet ik hoe zij onomwonden op colleges de woorden "Indonesi", "Indonesirs" en "Indonesisch" gebruikten in een tijd en een land, waarin men al erg vrijzinnig was wanneer men niet meer van "inlanders" maar over "Inheemsen" sprak en dat woord dan met grote i's schreef en waar 7 Over Schepper als zendingsconsul leze men de interessante dissertatie van M. C. Jongeling Het zendingsconsulaat in Nederlands-Indi (1966), 51, vooral ook p. 143 en Hoofdstuk 111. Djuanda het land gediend totdat hij als andere topfunktionarissen, die lid waren van het P.S.I., als b.v. de sekretarissen-generaal van de Ministeries van Financin en Sociale Zaken, resp. mrs. Saubari en Soedjahri om die reden gepensioneerd werd om nu heel wat beter af te zijn als president en "director" van Freeport Indonesia Incorporated.